Hoe krijgen wij onze kinderen weer van de bank? Beweegarmoede: de hoogste tijd om het stilzitten te doorbreken
Waarom kinderen méér moeten bewegen
Laten we dit verhaal beginnen met de cijfers. Die vertellen waarom Epke en Leendert het zo belangrijk vinden dat kinderen meer gaan bewegen.
Zo telt ons land een half miljoen kinderen met overgewicht. Tien procent van de kinderen komt nauwelijks buiten en veertig procent haalt het dagelijkse uurtje matige beweging niet. Leendert: “De kleuter met obesitas is écht geen uitzondering meer. Deze trend zet door als wij nu niets doen."
Bewegen: jong geleerd, oud gedaan
Beweging is belangrijk voor kinderen. Sterker nog, daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.
Leendert: "Onderzoek wijst uit dat kinderen die in de eerste duizend dagen van hun leven genoeg bewegen en spelen, dat later ook blijven doen. Hiermee leg je de basis voor een gezonde fysieke en sociale ontwikkeling.
Heel belangrijk, vertelt Leendert. "Zonder die basis zet je kinderen al vroeg op achterstand. Deze kinderen lopen later meer risico op overgewicht, ziektes en mentale problemen."
Beweegarmoede: bang in de gymles
De gevolgen van beweegarmoede worden vaak al zichtbaar op de basisschool.
Leendert: “Je ziet dat kinderen onhandiger bewegen. Ze hebben moeite met simpele dingen zoals een bal vangen of met balanceren. Ze voelen zich hierdoor onzeker tijdens het sporten en spelen, zijn zelfs bang tijdens de gymles."
Met grote gevolgen, vertelt Leendert. "Een kind dat op jonge leeftijd geen plezier beleeft aan bewegen, gaat dit vermijden. De overtuiging dat 'bewegen niets voor mij is' draai je later niet meer om.”
Laten we bewegen voor ieder kind zo toegankelijk mogelijk maken.
Epke Zonderland
Met het scherm op schoot
Ook Epke merkt dat bewegen minder vanzelfsprekend is. “Vroeger ging je als kind automatisch naar buiten. Voetballen, het bos in. Wij hadden thuis een turnparcours in de tuin. Daar waren wij elke dag te vinden. Zo leer je spelenderwijs bewegen én samen plezier hebben."
"Tegenwoordig zie je steeds meer kinderen hele middagen op de bank zitten met een schermpje op schoot", vertelt Epke. "Natuurlijk, dat mag er soms ook zijn. Maar het moet niet het nieuwe normaal worden.”
Stilzitten is de norm
Toch wordt stilzetten wél steeds meer de norm. Leendert: “Kinderen worden vaker en langer in kinderwagens, wipstoeltjes en autostoeltjes gezet. Hierdoor kunnen ze minder vrij bewegen. Daarnaast vervangen schermpjes steeds vaker fysieke activiteit. Je kunt zelfs al tablethouders voor de kinderwagen kopen."
Daar blijft het niet bij. "Op latere leeftijd komen daar de fatbikes, elektrische fietsen en steppen bij", legt Leendert uit. "Lekker makkelijk, maar het helpt de lichamelijke ontwikkeling van kinderen niet.”
Beweegarmoede: tweedeling
Epke maakt zich ook zorgen over de tweedeling die hij ziet ontstaan.
“Aan de ene kant heb je ouders die hoger opgeleid zijn. Die zijn vaak wel bewust bezig zijn met de gezondheid van hun kinderen. Ook hebben ze het geld om kinderen te laten sporten."
Maar er is ook een grote groep ouders die het financieel moeilijk heeft. Of die door problemen andere dingen aan hun hoofd hebben. "In deze gezinnen krijgen kinderen die gezonde basis vaak niet mee, terwijl zij die juist nodig hebben”, zegt Epke.
Beschermende ouders
Er speelt nog iets, merkt Leendert. “Ouders zijn meer geneigd om hun kinderen te beschermen. Ze willen ongemak voorkomen. Hierdoor krijgen kinderen minder ruimte om te ontdekken en te bewegen. Wist je dat het aantal botbreuken bij jonge kinderen in 15 jaar met 35% is gestegen?"
Vaak komt dit omdat een kind zichzelf niet goed kan opvangen, vertelt Leendert. "Dan hoor je: wij moeten spelen nóg veiliger maken! De waarheid is andersom. We moeten kinderen de kans geven om vaker te springen, te vallen en weer op te staan. Dat helpt botten sterker te maken.”
Een gezond en fit land begint bij onze jeugd. Daarin moet je investeren.
Leendert van Galen
Maak bewegen voor kinderen toegankelijk
Hoe het anders kan? Epke: “Laten we bewegen voor ieder kind zo toegankelijk mogelijk maken. Ook als ouders minder geld hebben."
Mogelijkheden genoeg, vindt Epke. "Zorg bijvoorbeeld voor meer speelplekken in wijken en straten. En laat kinderen op jonge leeftijd al met zoveel mogelijk verschillende sporten kennismaken. Voetbal, turnen of zwemmen: het gaat erom dat een kind iets ontdekt waar hij enthousiast van wordt. Het hoeft geen topsporter te worden, maar een leven lang bewegen begint bij plezier."
Bewegen stimuleren bij kinderen
Leendert ziet dat er verschillende oplossingen nodig zijn om kinderen in beweging te krijgen. "Bij Monkey Moves testen wij bijvoorbeeld hoe je met game-strategieën kinderen én ouders kunt motiveren om te bewegen."
Ook consultatiebureaus, peuterspeelzalen en scholen spelen een belangrijke rol in het stimuleren van beweging. Net als de overheid. Leendert: "Een gezond en fit land begint bij onze jeugd. Daarin moet je investeren. De mogelijke btw-verhoging op sport is écht onbegrijpelijk."
Het goede voorbeeld geven
En als ouder kun je beginnen door zélf het goede voorbeeld te geven. Want, jouw kind van de bank krijgen, is makkelijker dan je denkt. “Wij trekken er elke week met onze kinderen op uit”, vertelt Epke.
“We gaan dan het bos in, zoeken een parkje op. En in de winterperiode maak ik in de woonkamer geregeld een parcourtje waarbij de kinderen lekker kunnen klimmen, klauteren en springen. Ook belangrijk in dat ouders zélf lekker meedoen. Daar wordt het alleen maar leuker van.”
Lekker bewegen voor jou en je kind? Laat je inspireren door Epke
Benieuwd hoe Epke dat aanpakt, de motoriek stimuleren bij zijn kinderen? Hij maakte twee leuke video's vol simpele tips voor binnen én buiten. Volg Samen Fitter, het vitaliteitsprogramma van De Friesland, op Facebook of Instagram en bekijk de video’s.
Laat je inspireren door Epke en kom ook in beweging met jouw (klein-)kinderen.
Beweegrichtlijn voor kinderen
De beweegrichtlijn van de Gezondheidsraad zegt iets over hoeveel je minimaal moet bewegen om gezond te blijven.
Voor kinderen en jongeren van 4 tot en met 17 jaar geldt dat ze elke dag minstens een uur matig intensief moeten bewegen. Denk hierbij aan wandelen, dansen of fietsen.
Ook hebben ze minstens drie keer per week oefeningen nodig die hun spieren en botten sterker maken.