Gezond kindergebit: zo voorkom je later problemen
Blijven doorgaan met poetsen
Voorzichtig doet de jongen zijn mond open. Een hagelwit kindergebit wordt zichtbaar. Erboven twee grote, nieuwsgierige ogen die alle bewegingen van tandarts Christina Krol-Zijlstra volgen. Die lacht haar patiënt bemoedigend toe: ‘Hartstikke goed! Zo kan ik al je tanden mooi zien.’ Christina bekijkt nauwkeurig alle tanden en kiezen in de mond van haar jonge patiënt. Dan trekt ze tevreden haar handschoenen uit en helpt ze de jongen uit de stoel. Terwijl de jongen glunderend een cadeautje uitzoekt, drukt Christina ouder en kind op het hart om zo te blijven doorgaan met tandenpoetsen. ‘En tot de volgende keer!’
Positieve ervaringen in de tandartsstoel
Het stemt Christina altijd tevreden als ze een jong kind in haar tandartsstoel krijgt. De tandarts van Tandartsenpraktijk Mantgum moedigt patiënten altijd aan om hun kinderen van jongs af aan mee te nemen naar de praktijk. ‘Kinderen die al op jonge leeftijd regelmatig naar de tandarts gaan, leren dat het erbij hoort. Omdat hun gebit meestal prima in orde is, doen ze positieve ervaringen op in de stoel. Zijn er wel problemen of dreigt er bijvoorbeeld een gaatje te ontstaan? Dan kun je meteen ingrijpen. Soms is zelfs een simpel poetsadvies al voldoende om een gaatje te voorkomen.’ En het mooie: de meeste tandartskosten voor kinderen tot 18 jaar worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Hoe jonger we kinderen in de stoel hebben, des te beter
Niet alle kinderen bezoeken de tandarts
Het overgrote deel van de kinderen in haar dorp bezoekt de praktijk waar Christina werkt. ‘Ja, de meesten zie ik hier regelmatig. Of ik weet dat ze naar een andere tandarts gaan.’ Maar dat is lang niet overal zo. Nog geen veertig procent van de Nederlandse kinderen tot vier jaar gaat jaarlijks naar de tandarts. In Friesland is dat zestig procent. Bij kinderen van vier tot twaalf jaar ligt dat percentage gelukkig een stuk hoger: 93 procent in heel Nederland, tegenover tachtig procent in Friesland.
Gaatjes of beschadigingen in gebit
Ook de kwaliteit van de kindergebitten neemt af, weet Maaike Kok. Maaike is jeugdarts bij GGD Fryslân. ‘Uit een onderzoek dat in 2005, 2011 en 2018 is uitgevoerd, blijkt dat het aantal kinderen met een gaaf gebit steeds kleiner wordt. Van alle vijfjarigen in Nederland heeft nog maar een derde een gaaf gebit. De rest heeft op die leeftijd al te maken met gaatjes of beschadigingen die tot gaatjes kunnen leiden.’
Gezonde mond is belangrijk
Die ontwikkeling is zorgelijk, vindt de jeugdarts. ‘Een gezonde mond is zo belangrijk! Juist voor kinderen die volop in de groei zijn. De mond staat op heel veel manieren in verbinding met de rest van het lichaam. Daardoor kunnen problemen in de mond leiden tot infecties en verschillende ziektes op andere plekken in het lijf, maar ook tot spraakstoornissen. Gaatjes, ontstoken tandvlees of andere problemen kunnen bovendien behoorlijk pijnlijk zijn en daardoor voor schoolverzuim zorgen. En natuurlijk ziet een aangetast gebit er gewoon minder aantrekkelijk uit.’
Vijf adviezen voor een gezond kindergebit
Hoe houd je die kindertanden zo gezond mogelijk? Daarvoor geven Christina en Maaike vijf eenvoudige adviezen:
1. Twee keer per dag poetsen, twee minuten per keer. Voor baby’s tot een jaar is eenmaal daags poetsen voldoende.
Maaike: ‘Gebruik altijd een tandpasta die past bij de leeftijd van het kind. Mét fluoride, want dat maakt het glazuur sterker. Geef ’s avonds na het poetsen geen eten of drinken meer, zodat het gebit schoon de nacht in gaat.’
2. Poets bij kinderen tot tien jaar altijd zelf na.
Maaike: ‘Dan weet je zeker dat alle tanden goed zijn schoongemaakt.’
3. Zorg voor maximaal zeven eet- en drinkmomenten per dag.
Maaike: ‘Eten en drinken verzwakken het glazuur van je tanden. Als je té vaak eet of drinkt, krijgt het glazuur geen kans om te herstellen, wat leidt tot aantasting. Water heeft geen invloed op het glazuur, dus dat mag altijd.’
4. Geef kinderen geen zoet drinken uit een zuigfles.
Christina: ‘Als kinderen langdurig aan een zuigfles met zoetigheid erin sabbelen, komt het gebit heel lang in aanraking met suikers. Daardoor ontstaat een grote kans op “zuigflescariës”. Geef daarom liever drinken uit een beker zonder tuit. En geef je kind bij voorkeur water te drinken. Dit geldt natuurlijk niet voor baby’s die melkvoedingen uit een zuigfles drinken.’
5. Ga met je kind naar de tandarts.
Christina: ‘Dat kan al vanaf het moment dat het eerste tandje doorbreekt. Tot 18 jaar wordt de tandarts volledig vergoed.’
Aandacht voor het melkgebit
Maaike raadt alle ouders aan om vanaf het moment dat het eerst tandje doorbreekt, goed te zorgen voor het gebit van hun kinderen. Want ja, óók het melkgebit verdient de volle aandacht. ‘Het is verleidelijk om te denken dat het bij de melktanden minder uitmaakt, omdat ze toch nog vervangen worden door het volwassen gebit. Maar het volwassen gebit ontwikkelt zich al in de kinderjaren. Een onrustig of ongezond melkgebit kan het volwassen gebit aantasten.’ Nog een reden om al jong te beginnen met goede mondzorg: jong geleerd is oud gedaan. Als kinderen al jong leren om goed voor hun tanden te zorgen, is de kans groot dat ze dat ook als volwassene blijven doen.
Ouders aan zet
Als het om de mondgezondheid van kinderen gaat, zijn dus vooral de ouders aan zet. ‘Maar dat betekent niet dat je het als ouder alleen moet oplossen’, benadrukt Maaike. Ze vertelt dat veel kinderen tandenpoetsen vervelend vinden. ‘Voor ouders kan het best lastig zijn om iedere dag die strijd te moeten voeren. Al die ouders raad ik aan om dat op het consultatiebureau te bespreken. We kunnen dan met je meedenken of zelfs een keer thuis meekijken. Je bent echt niet de enige die de “poetsstrijd” ervaart!’
Voorzichtiger poetsen
Ook Christina helpt graag ouders en kinderen om van het tandenpoetsen een prettig moment te maken. ‘Kinderen hebben in onze praktijk vaak een combi-afspraak: eerst op controle bij de tandarts, daarna op poetsles bij de preventieassistent. Daar leren ze hoe je écht goed poetst. Met kinderen die een hekel hebben aan tandenpoetsen, zoeken we naar manieren waarop het poetsen leuker wordt. Soms kan een nieuwe, vrolijke tandenborstel al een groot verschil maken.’ Ze lacht: ‘En soms moet papa of mama leren om iets voorzichtiger te poetsen.’
Lokaal samenwerken
Ligt de verantwoordelijkheid voor een gezond kindergebit dan volledig bij de ouders? Nee, vinden zowel Maaike als Christina. ‘Lokale samenwerkingen tussen de jeugdgezondheidszorg en tandartsen zouden enorm helpen’, vindt Maaike. ‘Het consultatiebureau zou bijvoorbeeld actief kunnen doorverwijzen naar de tandarts. Dan wordt de drempel, om zelf een afspraak te maken, lager.’ Christina is het met haar eens. ‘Voor een tandartsenpraktijk is het moeilijk om de mensen die niet in je patiëntenbestand zitten, in beeld te krijgen en te bereiken. Een samenwerking met het consultatiebureau zou ik daarom enorm toejuichen. Hoe jonger we kinderen in de stoel hebben, des te beter.’