John en Samira ontdekken het Friese natuurgebied De Alde Feanen
Gewoon lekker wandelen
John stapt stevig door Earnewâld – cowboylaarzen aan zijn voeten, jasje open. Naast hem loopt Samira op witte sneakers. ‘Ik geloof dat ik beter iets anders had kunnen aantrekken’, grinnikt ze. Dan haalt ze haar schouders op. ‘Ach, wat maakt het uit. We gaan gewoon lekker wandelen.’ En dat doen ze.
Nationaal Park De Alde Feanen
Het plan: eerst een stukje door het dorp, daarna een wandelroute door De Alde Feanen. John kent Earnewâld redelijk goed. Voor Samira is het onbekend terrein. Ze volgt John langs de haven, over het voetpad, richting de pont. Al snel zijn ze het dorp uit. De terrassen en winkels maken plaats voor het groen van Nationaal Park De Alde Feanen. ‘We volgen de route met de rode paaltjes, toch?’, vraagt John aan Samira. Die knikt.
Weer lekker aan het werk
Intussen vertelt Samira over haar bijzondere levensloop. Ze werd geboren in Irak, maar woont ruim twintig jaar in Nederland. ‘Ik ben Koerdisch. Voor Koerden is het in Irak lang onveilig geweest. Daarom zijn mijn man en ik er weggegaan.’ In Irak werkte Samira als apothekersassistente. ‘Dat wilde ik hier ook weer doen.’ Ze leert Nederlands en knokt zich door de mbo-opleiding tot apothekersassistente. ‘Dat was niet makkelijk, maar ik wilde zo graag dat het lukte. Weer lekker aan het werk kunnen, net als in Irak.’ Ze zet door, en met succes: inmiddels werkt Samira al jaren bij een apotheek in Leeuwarden.
Ik wilde gewoon weer lekker aan het werk, net als in Irak
Samira
Zelf een boerderij verbouwen
‘Indrukwekkend’, vindt John. ‘Mijn leven is een stuk minder avontuurlijk.’ John groeide op in Leeuwarden, woonde een tijd in ’t Gooi en begon daar een assurantiekantoor. Later keerde hij terug naar Friesland, zijn bedrijf nam hij mee. ‘Ik heb jarenlang in Drachten gewoond en gewerkt. Nu woon ik in Warga, waar mijn vrouw en ik een boerderij hebben gekocht. Die heb ik helemaal verbouwd. Dan stond ik om zes uur ’s ochtends op, bouwde een paar uurtjes, ging aan het werk en bouwde in de avonduren en weekenden weer verder. Dat was best pittig.’ Dan klinkt er geklepper. De twee wandelaars hebben de ooievaarskolonie bereikt. ‘Kijk nou,’ zegt John, ‘dit is toch gaaf!’
Gek op alles met een motor
Ondanks de lange dagen die hij tijdens de verbouwing maakte, noemt John zichzelf ‘een beetje lui’. ‘Ik ben gek op alles met een motor. Dus als het even kan, pak ik de auto of de motor.’ Zijn wagenpark is imposant: dertien auto’s – waarvan er negen niet rijden – en drie motoren. ‘Het merk doet er niet zo toe. Een auto moet bij mij lekker lomp en onbehouwen zijn. Een beetje zoals ikzelf’, zegt hij. De regen heeft de paden modderig gemaakt. Hier en daar maken flinke plassen de doorgang lastig. ‘Kijk, hier kun je langs’, wijst John Samira de weg. Hij gaat voor, Samira volgt voorzichtig.
Leuke dag voor kwetsbare kinderen
Met vastere grond onder de voeten wandelen de twee verder. John vertelt: ‘Ik ben aangesloten bij stichting CS-Riders, een stichting die zich inzet voor kwetsbare kinderen. Met onze motoren als hulpmiddel bezorgen we die kinderen een leuke dag. Dan rijden we bijvoorbeeld met een hele stoet motoren, kinderen in een zijspan of op een trike. Geweldige dagen zijn dat.’
Veel wandelen en sporten
Samira rijdt in haar vrije tijd niet op de motor, stilzitten doet ze evenmin. ‘Ik wandel veel met onze hond en sport twee keer per week met een groepje dames. Heel gezellig. Zó gezellig, dat we elkaar ook buiten de sportschool zien. Soms organiseren we een ontbijt of lunch. Dan maakt iedereen iets lekkers en zitten we heerlijk te eten en te kletsen.’ Ze houdt van mensen om zich heen en gaat er graag op uit. ‘Ja, daar geniet ik van. Zo pak ik iedere zondag met mijn kinderen een terrasje. Dat is onze traditie.’
Met een hele stoet motoren, kinderen in een zijspan: geweldig
John
Terug naar Irak
John vraagt Samira hoe oud haar kinderen zijn. Uit haar antwoord concludeert hij dat ze in Nederland zijn geboren. ‘Zijn ze al eens in Irak geweest?’ Samira schudt haar hoofd. ‘Zelf ben ik één keer terug geweest om familie te bezoeken. Maar voor mijn kinderen vond ik het er nog altijd te onveilig. Ik hoop hen gauw mee te kunnen nemen. Dan kunnen ze eindelijk al die ooms, tantes, neefjes en nichtjes ontmoeten die ze nog nooit hebben gezien.’
Vaker de natuur in
Dan wijst Samira. ‘Volgens mij zijn we bijna weer bij het beginpunt.’ Ze heeft gelijk. De wandeling zit erop. ‘Het is hier echt mooi’, zegt Samira. ‘Gek dat ik vandaag voor het eerst in dit gebied kom, terwijl het zo dichtbij Leeuwarden is. Als wij er met ons gezin op uit gaan, zoeken we sneller een stad op dan de natuur. Ik zou hier best eens met mijn gezin naartoe kunnen gaan.’ John lachend: ‘Dan zou ik wel andere schoenen aantrekken.’ Samira’s witte sneakers zijn inderdaad nogal modderig. Samira: ‘Maar het was erg gezellig. Leuk je te ontmoeten John.’ John wenst haar het beste. ‘En wie weet tot ziens!’